ADHD staat voor Attention Deficit Hyperactivity Disorder. ADHD manifesteert zich vóór het zevende levensjaar. De erfelijkheidsfactor wordt geschat op 80 procent. Omgevingsfactoren, zoals roken tijdens de zwangerschap en een laag geboortegewicht, worden eveneens in verband gebracht met ADHD.
Het kenmerkt zich door uiteenlopende verschijnselen zoals hyperactiviteit, concentratiestoornissen en impulsiviteit. Andere kenmerken zijn een slecht kortetermijngeheugen en ongeorganiseerdheid. De bekendste subtypen van ADHD zijn: het hyperactief-impulsieve, het onoplettende en het gecombineerde type.
De onoplettende vorm gaat gepaard met voornamelijk concentratieproblemen zonder hyperactiviteit/impulsiviteit (ADD).
Een meerderheid (70 procent) van de kinderen met ADHD heeft ook andere stoornissen, zoals oppositionele gedragsstoornis (ODD). Deze kinderen, vooral jongens, kunnen opstandig en agressief gedrag vertonen. ADHD wordt twee- tot driemaal vaker geconstateerd bij jongens dan bij meisjes. Dat is wellicht te verklaren uit het feit dat meisjes ander gedrag vertonen; meer naar binnen gerichte emoties die leiden tot innerlijke onrust.
Er is geen psychologische of biologische test beschikbaar om de diagnose ADHD te stellen. De diagnose wordt gesteld op basis van het zorgvuldig en systematisch in kaart brengen van de klinische kenmerken, zoals gerapporteerd door ouders, leerkrachten, het kind zelf en op basis van eigen waarneming.
ADHD is niet te genezen, daarom is de behandeling alleen gericht op symptoombestrijding. De gangbare behandeling van ADHD bestaat uit medicatie, al dan niet in combinatie met gedragstherapie. Er zijn onduidelijkheden over de langetermijneffecten van de medicatie, zoals Ritalin.
(Slechte) voedingsmiddelen, voedingstekorten en additieven (zoals bijv. E-nummers) zijn vermeende uitlokkers van gedragsproblemen bij kinderen, ongeacht of ze wel of geen ADHD hebben. Zoals benzoëzuur. Dit is een natuurlijk bestanddeel dat een conserverende werking heeft, met name tegen schimmels. Het is van nature in hoge concentraties aanwezig in cranberry’s. Vanwege de conserverende werking wordt het veel gebruikt als conserveringsmiddel in levensmiddelen (op het etiket vermeldt als Benzoëzuur of E210-213).
Zo verhoogt de hyperactiviteit van 3-jarige kinderen tot 20% nadat ze drankjes met benzoaat dronken. Grote merken zoals Coca Cola en Fanta hebben benzoaat uit hun drank verwijderd.
Een andere uitlokker is kleurstof, m.n. Azo-kleurstoffen. Dit zijn synthetische kleurstoffen die door fabrikanten vooral toegepast worden in alcohol, felgekleurd snoep en frisdrank (E102, 104, 110, 122, 123, 124, 129, 151, 154, 155, 180).
De Europese Unie heeft uit voorzorg besloten dat het etiket op producten moet aantonen dat er Azo-kleurstoffen inzitten. Dit geldt voor de kleurstoffen E 102, 104, 110, 122, 124 en 129. De exacte tekst luidt: “kan de activiteit of oplettendheid van kinderen nadelig beïnvloeden”.
Voor een gezond functioneren zijn essentiële vetzuren zoals omega 3 en 6 noodzakelijk. Een aantal gedragssymptomen die kenmerkend zijn voor een tekort aan essentiële vetzuren lijkt op symptomen die we bij ADHD-patiënten zien. Vandaar dat een innametekort hiervan in verband wordt gebracht met het ontstaan van ADHD-symptomen. Kinderen met ADHD die ook een droge huid, droog haar, terugkerende infecties en veel dorst hebben, zouden gebaat zijn bij het slikken van omega-3 vetzuren.
Ook leggen enkele studies een verband tussen een tekort aan bepaalde mineralen en vitamine B6. Brits onderzoek geeft aan dat het gebruik van multivitamines, waarbij de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid wordt gehaald, de concentratie en het gedrag van kinderen in de schoolgaande leeftijd verbeterd. Gezond eten is niet eenvoudig voor mensen met mentale aandoeningen. Vanwege gedragsproblemen en daardoor vaak slechte eetgewoonten (bijvoorbeeld impulsief eten) kunnen kinderen met ADHD eerder voedingstekorten ontwikkelen.
Naast (wel of geen) medicatie, gezonde voeding , aanvullende voedingssupplementen op maat is ook beweging erg belangrijk bij ADHD. Bewegen en/of de natuur in! Lichaamsbeweging beïnvloedt alle fysiologische systemen. Judo of een andere vechtsport kan helpen bij het controleren van agressie of ongeremdheid.
Een aantal onderzoeken noemt de natuur als ontspanningsruimte, waarbij die natuurlijke omgeving in verband wordt gebracht met het gedrag van kinderen.
Behandeling met medicatie en/of stimulantia is niet altijd wenselijk, bovendien zijn er onduidelijkheden over de langetermijneffecten. Professor J.K. Buitelaar heeft het juist verwoord: Wordt gewone levensdrang, spontaniteit en avonturendrang niet onnodig gemedicaliseerd?